In het kort

  • Het is belangrijk dat je voor de operatie genoeg beweegt, gezond eet en stopt met roken.
  • Dan ben je zo sterk mogelijk als je de operatie krijgt.
  • De arts haalt de kanker weg.
  • Dit kan via een snee in je buik of met een kijkoperatie.
  • Misschien krijg je een opening in je buik waar je poep doorheen gaat. Dit is een stoma.
  • Je kunt bestraling krijgen voor de operatie. Of bestraling samen met medicijnen.

Wat is een operatie om endeldarm-kanker weg te halen?

De endeldarm is de laatste 15 centimeter van de dikke darm, vlak voor je anus (poepgat).

De arts haalt met een operatie het stuk endeldarm met de kanker weg. Daarna maakt de arts de dikke darm vast aan de rest van de endeldarm.
De arts haalt ook stukken rondom de darmen weg. Hierin zitten ook lymfeklieren. Hierin kunnen al kankercellen zitten die nog niet te zien zijn. De lymfeklieren worden daarom in het laboratorium onderzocht op kankercellen.

De operatie kan op 2 manieren:

  • via een snee in de buik (open-buik-operatie)
  • met een kijkoperatie (laparoscopie)

Stoma

Misschien zit de kanker heel dicht bij je anus. De arts haalt dan je hele endeldarm en anus weg. Je krijgt dan een opening in je buik. Dit heet een stoma. Die blijft altijd zitten.
De arts maakt je darm vast aan de buitenkant van je buik. Je poep gaat dan niet meer door je anus naar buiten, maar door de opening in je buik. Hier komt het in een zakje.

Kanker in andere delen dikke darm

De operatie bij kanker in andere delen van de dikke darm gaat anders. Kijk bij operatie bij darmkanker.

Bestraling voor een operatie bij endeldarm-kanker

Samen met je arts kijk je of je voor de operatie eerst bestraling kunt krijgen. Bij bestraling worden zoveel mogelijk kankercellen kapotgemaakt met radioactieve straling.

Er is geen bestraling nodig als deze 2 punten voor jou kloppen:

  • Je kanker kan bij de operatie in 1 keer weggehaald worden.
  • Je hebt geen uitzaaiingen.

Je kunt wel bestraling krijgen in deze situaties:

  • Je hebt misschien uitzaaiingen.
  • Je kanker is groot.

Wat kun je doen voordat je een operatie bij darmkanker krijgt?

Sterk worden voor de operatie

Het is belangrijk dat je voor de operatie zo sterk mogelijk bent. Zo kun je dat doen:

  • Rook je? Stop daar dan mee. Vraag hulp aan je huisarts of arts. Als je niet rookt, word je sneller beter na de operatie. Je wonden genezen sneller en je hebt een kleinere kans op ontstekingen. Ook adem je beter na de operatie en voel je je beter.
  • Beweeg genoeg. Een fysiotherapeut kan je hierbij helpen.
  • Eet gezond. Misschien ben je door de kanker afgevallen. In veel ziekenhuizen meet de verpleegkundige of je een goed gewicht hebt. Als je te dun bent, krijg je adviezen over wat je kunt eten en drinken om sterker te worden.
    Eet je voor je gevoel genoeg, maar verlies je toch gewicht? Bespreek het met je arts. Deze kan je doorsturen naar een diëtist.
    Gaat het eten steeds moeilijker? Dan kun je bij de diëtist drinken met veel energie krijgen.
    Heb je overgewicht? Hierdoor kan het langer duren voordat je beter wordt van de operatie. Je kunt hulp krijgen van een diëtist om af te vallen.
  • Doe oefeningen om goed adem te halen en te hoesten. Een fysiotherapeut kan je deze oefeningen leren. De oefeningen kun je na de operatie goed gebruiken. Goed ademhalen en hoesten zorgt ervoor dat je een kleinere kans hebt op een longontsteking.

Gesprek met de arts die de operatie doet

Je hoort van de arts die de operatie doet (chirurg) hoe de operatie gaat. Je kunt ook vragen stellen. De arts vertelt je deze dingen:

  • welk deel van de darm weggehaald wordt
  • of je een stoma krijgt, voor een paar maanden of voor altijd
  • of je een kijkoperatie krijgt of een operatie via een snee in je buik

De meeste mensen krijgen een kijkoperatie. Dat betekent dat de arts opereert door kleine sneetjes in de buik. Na een kijkoperatie ben je daardoor sneller beter en heb je minder pijn.

Gesprek met de arts over de verdoving

Je krijgt een gesprek met de arts die de verdoving regelt (anesthesioloog). Die stelt je vragen over je gezondheid. Bijvoorbeeld of je nog andere ziektes hebt.

De arts doet ook een paar onderzoeken, zoals je bloeddruk meten. Soms is nog meer onderzoek nodig, bijvoorbeeld als je een longziekte of hartziekte hebt. De arts kan je dan doorsturen naar een andere arts in het ziekenhuis. Zoals een longarts of een arts die veel weet over hartziektes (cardioloog).

Uitleg over een stoma

Krijg je een stoma? Dan heb je een afspraak met een stoma-verpleegkundige.

  • De stoma-verpleegkundige legt uit hoe je een stoma verzorgt en laat zien wat je daarvoor nodig hebt. Je krijgt een zakje aan je buik waar je poep in komt. Je krijgt verschillende zakjes te zien. Samen kiezen jullie welke het meest geschikt is voor jou.
  • Het is belangrijk dat dit stomazakje op een plek komt waar je er zo weinig mogelijk last van hebt. De stoma-verpleegkundige kijkt samen met jou wat de beste plek is voor de stoma en het zakje. Dit hangt bijvoorbeeld af van de kleding die je meestal draagt en de vorm van je buik.

De dag van de darmoperatie

Zorg dat je op de dag van de operatie deze dingen niet draagt of gebruikt:

  • sieraden
  • piercings
  • bodylotion
  • make-up
  • nagellak
  • kunstnagels

Krijg je de operatie 's ochtends?

  • Dan hoor je van de arts tot wanneer je nog mag eten.
  • Tot 2 uur voor de operatie mag je nog heldere dranken drinken, zoals water en thee.
  • Dit mag altijd: een slokje water als je medicijnen slikt of tandenpoetst.

Krijg je de operatie 's middags?

  • Dan mag je in de ochtend misschien nog wat eten. Je maakt daarover afspraken met je arts.
  • Tot 2 uur voor de operatie mag je nog heldere dranken drinken, zoals water en thee.
  • Dit mag altijd: een slokje water als je medicijnen slikt of tandenpoetst.

Hoe gaat een operatie bij endeldarm-kanker?

Begin van de operatie

De operatie bij endeldarm-kanker begint zo:

  • Je krijgt medicijnen waardoor je in een diepe slaap komt (narcose). Je merkt daardoor niets van de operatie.
  • Sommige mensen krijgen eerst een slangetje (katheter) tussen de ruggenwervels. Door dat slangetje kan de arts je tijdens en na de operatie extra medicijnen tegen pijn geven.
  • Bij een kijkoperatie maakt de arts meestal 3 sneetjes in je buik. De sneetjes zijn klein, ongeveer 1 centimeter. Door het ene sneetje schuift de arts een slangetje met een kleine camera erin. Door het andere sneetje wordt een slangetje geschoven met gereedschap erop, zoals een tangetje of een schaartje. Het derde sneetje is ongeveer 5 centimeter. Hierdoor haalt de arts de kanker naar buiten.
    Op een beeldscherm ziet de arts de beelden van de camera in je buik.
    Je buik wordt gevuld met een soort gas (koolzuurgas). Zo ontstaat er ruimte tussen de organen in uw buik. De arts kan alles dan beter zien en kan overal beter bij. Dit maakt de operatie veiliger.
  • Bij een open-buik-operatie maakt de arts 1 grotere snee in je buik.

Zo gaat het als een deel van je endeldarm wordt weggehaald

De operatie gaat zo:

  • De arts haalt het deel van je endeldarm met de kanker weg. Ook de stukken eromheen worden weggehaald.
  • Daarna maakt de arts de 2 delen van je darm weer aan elkaar. Dat gebeurt met hechtingen of met nietjes.
  • Ook de wond of wondjes van de operatie worden dichtgemaakt.
  • Misschien krijg je een stoma. De arts maakt dan een opening in je buik op de plek die je hebt gekozen samen met de stoma-verpleegkundige.
  • De arts haalt een gezond deel van je darm via die opening naar buiten. Er is dan een klein stukje darm te zien op je buik.
  • Dan hecht de arts de darm vast aan je buik. Onder de stoma komt soms een plastic staafje. Dit zorgt ervoor dat de stoma niet naar beneden zakt.

Zo gaat het als je hele endeldarm en de anus worden weggehaald

De operatie gaat zo:

  • De arts snijdt je endeldarm los van je dikke darm. Ook worden je lymfeklieren en andere delen om je endeldarm heen losgemaakt.
  • Dan snijdt de arts je anus los. Dit gebeurt via de buitenkant. De arts haalt de anus en endeldarm weg.
  • Voor de stoma maakt de arts een opening in je buik. Dit is op de plek die je hebt gekozen samen met de stoma-verpleegkundige.
  • Dan haalt de arts een gezond deel van de darm via die opening naar buiten. Er is een klein stukje darm te zien op je buik.
  • De arts hecht de darm vast aan je buik. Onder de stoma komt een plastic staafje. Dit zorgt ervoor dat de stoma niet naar beneden zakt.
  • De arts maakt de wond of wondjes van de operatie dicht. Ook de plek waar je anus zat wordt dichtgemaakt.

Deze operatie heet ook wel een rectum-amputatie.

Weggehaalde stukken naar laboratorium

Het stuk endeldarm dat is weggehaald gaat naar het laboratorium, samen met de andere weggehaalde stukken. Daar onderzoekt een arts of er genoeg endeldarm is weggehaald.

Risico’s van een operatie bij endeldarm-kanker

Risico's van de operatie bij endeldarm-kanker

Een operatie bij endeldarm-kanker heeft deze risico’s. De klachten kunnen de eerste 2 jaar na de operatie minder worden. Ze kunnen ook blijven:

  • Je kunt ontstekingen krijgen.
    Bijvoorbeeld een longontsteking, een ontsteking van de wond of een blaasontsteking. Je krijgt dan medicijnen tegen ontstekingen door een bacterie (antibiotica).
  • Je kunt een bloeding krijgen.
    Na een operatie kan het deel van de darm dat geopereerd is, gaan bloeden. Meestal is dat binnenin je buik. Je moet dan misschien weer geopereerd worden.
  • Je kunt een bloedpropje in je been of longen krijgen (trombose).
    Je krijgt medicijnen om de kans daarop kleiner te maken.
  • Er kan poep in je buik lekken.
    Op de plek van hechtingen en nietjes kan een opening ontstaan. Daardoor lekt poep binnenin je buik. Hierdoor kan je buikvlies gaan ontsteken. Als de ontsteking niet overgaat, is een nieuwe operatie nodig. Je krijgt dan een stoma.
    Hoe dichter de hechtingen bij de anus zitten, hoe groter de kans dat er poep lekt.
  • Je kunt dunnere poep of diarree krijgen.
    Na een jaar is dit meestal over. Blijft je poep dun, dan kun je medicijnen krijgen die je poep dikker maken.
  • Als je anus is weggehaald: je kunt pijn of een doof gevoel hebben als je zit.
    Soms geneest de wond in dat gebied ook slecht. Er komt bijvoorbeeld pus uit. Het kan een paar maanden duren voordat de wond genezen is.
  • Je zenuwen kunnen beschadigen.
    Bij een operatie aan de endeldarm is er een kans dat zenuwen in je bekken beschadigen.

Beschadigde zenuwen kunnen de volgende klachten geven:

  • problemen met je blaas
    Bijvoorbeeld vaak moeten plassen of je plas niet goed kunnen ophouden.
  • geen stijve penis kunnen krijgen
  • klaarkomen waarbij je zaad (sperma) niet naar buiten komt maar in je blaas
  • een drogere vagina
    Daardoor kan vrijen pijn doen.
  • je poep niet goed kunnen ophouden
    Je merkt bijvoorbeeld niet goed dat je naar de wc moet. Of je verliest poep zonder dat je dit wilt. Je kunt dan bijvoorbeeld kiezen voor een broek-luier of een stoma.

Problemen als je net een stoma hebt

Als je een stoma hebt gekregen, kunnen er deze problemen zijn:

  • Er kan te weinig bloed naar het stukje darm dat door je buik naar buiten komt.
    Als de opening te klein is, kan er niets doorheen. De stoma wordt dan blauw of donkerrood. De arts bekijkt of de stoma opnieuw gemaakt moet worden.
  • De stoma kan dikker worden in de eerste weken na de operatie. Of de stoma kan verkleuren.
    Dit verdwijnt langzaam. Ook wordt de stoma na een tijdje meestal wat kleiner.

Problemen met de stoma die later kunnen ontstaan

Ook later kun je problemen met de stoma krijgen, zoals:

  • De stoma kan uit je buik steken.
    De darm wordt naar buiten gedrukt (prolaps). Dit komt doordat er te veel druk op staat. Bijvoorbeeld door hoesten, persen of iets zwaars tillen. Soms is een nieuwe operatie nodig.
  • Er kan een zwakke plek in de buik dichtbij de stoma ontstaan.
    De organen in je buik komen dan door een zwakke plek heen. Bijvoorbeeld je darmen. Daardoor krijg je een bult onder je huid dichtbij de stoma. Je kunt geopereerd worden als je er veel last van hebt.
  • Door littekens om de stoma heen kan de opening kleiner worden.
    Het kan dan helpen om de stoma op te rekken. Dit kan met je vinger of speciale staafjes. Soms is een nieuwe operatie nodig.
  • De huid rond de stoma kan pijn doen of gaan ontsteken.
    Dit komt doordat er poep op je huid komt of doordat het zakje steeds tegen je huid zit.

De eerste dagen na een darmoperatie

Na de operatie ga je naar de uitslaapkamer.

  • De verpleegkundigen komen vaak bij je kijken. Ze controleren bijvoorbeeld je bloeddruk en de wonden. Ze kijken of je goed doorademt en hoeveel pijn je hebt.
  • Je krijgt vocht en voeding via een slangetje in een bloedvat (infuus).
  • Je hebt een slangetje in je blaas (blaaskatheter). Je plas komt via het slangetje in een zak.
  • Je krijgt prikken met medicijnen zodat je geen bloedpropjes krijgt (trombose).

Na de operatie kun je deze klachten hebben:

  • pijn tussen je schouders
    Dat komt door het gas dat de arts tijdens de kijkoperatie heeft gebruikt. Dit gas verdwijnt binnen een aantal dagen. De pijn is dan ook weg.
  • bijwerkingen van de narcose
    Bijvoorbeeld keelpijn, slaperigheid, heesheid, misselijkheid en overgeven.
  • pijn door de operatie
    Je krijgt daarvoor pijnstillers.
  • niet goed kunnen poepen (verstopping) of diarree
    Je kunt hier medicijnen voor krijgen.

Eten en drinken

Je mag al snel na de operatie weer zelf eten en drinken. Vaak kan dat de dag na de operatie al. Dat is belangrijk om beter te worden.

Dit is ook zo als je een stoma hebt gekregen. Met een stoma kun je normaal eten en drinken. Wel kunnen sommige soorten eten zorgen voor gas in je darmen (winden laten). Of zorgen dat je poep heel dun of heel dik wordt. Dit verschilt per persoon. Je kunt advies van een diëtist krijgen.

Bewegen

Het is goed om snel na de operatie kleine stukjes te lopen. Een verpleegkundige kan je daarbij helpen. Dit helpt je darmen om ook weer goed te gaan werken. Bewegen maakt ook de kans kleiner op bloedpropjes (trombose).

Stoma verzorgen

Je krijgt hulp van de stoma-verpleegkundige om je stoma goed te verzorgen. Je gaat oefenen met het verschonen van de zakjes. Ook leer je hoe je de huid rond de stoma het beste kunt verzorgen. Het is belangrijk dat je met je stoma kunt omgaan voordat je naar huis gaat.

Heb je een staafje onder de stoma? Dat kan er meestal na 10 dagen uit. Dit doet de stoma-verpleegkundige. Het doet geen pijn.

Uitslag van het onderzoek van de stukjes darm

Na ongeveer 1 week krijg je de uitslag van het onderzoek van de weggehaalde stukjes darm. Het hangt van de uitslag af of je een extra behandeling kunt kiezen. Als er bijvoorbeeld kankercellen in de lymfeklieren zijn gevonden, kun je misschien chemotherapie krijgen.

Naar huis na een endeldarm-operatie

De meeste mensen kunnen ongeveer 8 dagen na de operatie naar huis.
Je kunt naar huis als alle punten voor jou kloppen:

  • Je voelt zelf dat je naar huis kunt.
  • Je kunt normaal eten.
  • Je hebt weinig of geen pijn. Het is normaal dat de wond nog een beetje pijn doet.
  • Je kunt je stoma verzorgen. Je kunt hierbij thuis hulp vragen van bijvoorbeeld de thuiszorg of je partner.

Wat mag je thuis wel en niet doen?

  • Je kunt 3 of 4 keer per dag paracetamol slikken als je pijn hebt.
  • Kleine klusjes in het huishouden kun je weer doen. Zoals afwassen en de was opvouwen. Je kunt de eerste 6 weken beter geen zware dingen tillen.
  • Je mag direct douchen met de wonden. Ook met een stoma kun je onder de douche.
  • Je kunt in bad en zwemmen met een stoma. Dit kan pas als de wonden helemaal dicht zijn. Vraag tips aan de stoma-verpleegkundige over wat je met je stoma moet doen als je in het water gaat.
  • Zijn je endeldarm en anus weggehaald? Dan kun je nog niet goed zitten. Je kunt bij de thuiszorgwinkel een speciaal kussen bestellen (in een donutvorm).
  • Misschien geneest de wond tussen je billen niet goed. De wijkverpleegkundige kan dan de wond bij je thuis komen schoonmaken. Dit maakt de kans groter dat de wond geneest.

paracetamol

Paracetamol werkt pijnstillend en koortsverlagend.

Het is te gebruiken bij verschillende soorten pijn zoals, hoofdpijn, migraine, koorts, griep, verkoudheid, keelpijn, bijholteontsteking, middenoorontsteking, oorpijn door gehoorgangontsteking, artrose, spierpijn, gewrichtspijn en menstruatieklachten.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

Hoe gaat het verder na een endeldarm-operatie?

Controles

Bij je eerste controle in het ziekenhuis controleert de arts of verpleegkundige de wonden. De arts kijkt of je niet te veel bent afgevallen.

Vertel het als je nog klachten hebt door de operatie. Zoals niet goed kunnen poepen of diarree. Voor sommige problemen zijn medicijnen of andere oplossingen.

Hebt je een stoma, dan controleert de arts of die er goed uitziet.

Bij ongeveer 8 van de 100 mensen die een operatie hebben gehad voor endeldarm-kanker komt de ziekte terug. Daarom krijg je nog 5 jaar controles. Je krijgt dan onderzoek van je darmen. Bijvoorbeeld een CT-scan van je buik of kijkonderzoek van je darmen.

Erover praten

Heb je een stoma gekregen of zijn je endeldarm en anus weggehaald? Dan zul je de eerste tijd waarschijnlijk erg moeten wennen. Ook als je na de operatie je poep niet meer kunt ophouden of seksuele problemen hebt gekregen. Sommige mensen krijgen hierdoor psychische klachten.

Je kunt erover praten met de stoma-verpleegkundige, je huisarts of je arts in het ziekenhuis. Ook contact met andere mensen die hetzelfde meemaken kan prettig zijn. Bijvoorbeeld via de Stomavereniging of Stichting Darmkanker.

Weghalen van een tijdelijke stoma

Heb je een tijdelijke stoma? Dan krijg je na 2 of 3 maanden een nieuwe operatie. Bij die operatie haalt de arts de stoma weg.

Wanneer bellen na een endeldarm-operatie?

Bel direct de arts die de operatie heeft gedaan bij 1 of meer van deze klachten:

  • koorts
  • rillingen
  • bloed uit de wonden van de operatie
  • buikpijn
  • als je buik dikker wordt
  • misselijk zijn of overgeven
  • hoesten of snel en moeilijk ademen
  • niet meer kunnen poepen of diarree die niet overgaat
  • rode en pijnlijke huid rond de wonden van de operatie
  • vocht of pus uit de wonden
  • stoma krijgt een andere kleur: blauw, donkerrood, zwart of veel lichter dan je normale huidskleur
  • stoma wordt dikker
  • bloed in het stomazakje

Meer informatie over darmkanker

FMS
Deze tekst is aangepast op