Het kan moeilijk voor je zijn als iemand niet lang meer te leven heeft.
Praat met elkaar over hoe jullie de tijd nog zo fijn mogelijk kunnen maken.
Spreek met andere mensen af wie wat doet.
Je kunt ook hulp vragen van vrijwilligers.
Als iemand niet lang meer te leven heeft
Je weet dat iemand die je goed kent niet lang meer te leven heeft. Dat kan moeilijk voor je zijn. Het geeft vaak verdriet en pijn. Maar vaak ook mooie momenten.
Rust en goed contact zijn belangrijk. Voor jou en voor andere familie of vrienden. Maar vooral voor de persoon die gaat sterven. Die wil de tijd nog zo fijn mogelijk maken, op een manier die past bij die persoon. Je kunt hier samen over praten. Stel bijvoorbeeld vragen:
Wie wil je nog zien?
Wat wil je nog doen?
Wat wil je nog regelen?
Waar wil je nog heen?
Hoe wil je je afscheid? Wat is belangrijk voor jou?
Misschien vind je het moeilijk om hierover te praten. Probeer het toch. Dat kun je samen doen, of met andere familie, een vriend of de huisarts van die persoon erbij. De huisarts kan helpen bij medische vragen, maar ook bij praten over het levenseinde.
Zo kun je iemand steunen in de laatste tijd van het leven. Het is fijn als je merkt dat iemand rustig is en klaar om afscheid te nemen.
Samenwerken met andere mensen die zorg geven
Als je iemand steunt die ziek is of gaat sterven, geef je mantelzorg. Er zijn vaak meer mensen die steun geven. Bijvoorbeeld andere mantelzorgers. En verpleegkundigen of verzorgenden van de thuiszorg en de huisarts.
Maak samen goede afspraken over de zorg die je geeft. Laat je naaste zelf ook meepraten en beslissen. Zo kun je iemand zo goed mogelijk helpen.
Extra hulp van vrijwilligers
De persoon die gaat sterven kan misschien steeds minder zelf. Je moet daarom steeds meer doen. Ook kan het verdriet zwaar zijn.
Je kunt vragen of er vrijwilligers kunnen helpen. Kijk op de website van de VPTZ. Zij zijn er speciaal om steun te geven aan mensen die gaan sterven en hun familie en vrienden.
Werk je? Vraag op je werk of je tijdelijk minder kunt gaan werken of zorgverlof kunt krijgen.
Heb je een gezin? Probeer dat ook genoeg aandacht te blijven geven.
Praat met je familie en vrienden en zoek steun bij ze. Ook de huisarts en mensen van de thuiszorg kunnen je steunen.
Vraag op tijd meer hulp. Bijvoorbeeld van je familie en van vrijwilligers van de VPTZ. Dan kun je af en toe uitrusten.
Vraag bij de gemeente om steun. Bijvoorbeeld bij boodschappen, maaltijden bezorgen (tafeltje-dek-je), klusjes of formulieren invullen. Dit kan bij het Wmo-loket van de gemeente.
Meer informatie als je zorgt voor iemand die gaat sterven
